
Een sfeer
door Elfie Tromp
Jules Deelder was al veel langer het menselijke bestaan ontstegen. Jules Deelder was niet zomaar een dichter. Hij was geen muzikant, performer of drummer, hij ging niet door het leven als de zoveelste dandy of nachtklant. Die opsomming doet hem tekort.
Jules Deelder was een sfeer. Een totaalbeleving die alle zintuigen bediende. Jules Deelder was de wind die over de Coolsingel kogelde, de meeuwen die duikelden rond de bruggen. Jules Deelder zat in de pluk haar die je steeds weer uit je gezicht veegde. Jules Deelder zat in je rechte rug en klakkende hak. Jules Deelder was een grote bek, een goed montuur, Jules Deelder was een zenuwtrek in het gezicht van een knappe man, Jules Deelder was tederheid, verborgen onder een zwarte jas.
Je hoeft Jules Deelder niet te kennen om te weten wie hij is. Jules Deelder was de eenzaamheid die als opluchting voelde, dat gevoel dat je hebt als je alleen terugloopt naar huis na een lange nacht met vrienden. Jules Deelder was het wisselgeld in je zak waar je mee speelde, dat klonk als een mogelijkheid. Jules Deelder was je benen die je droegen naar waar je maar wilde. Jules Deelder was vrijheid. Jules Deelder was het kloppen van je hart; puur en naakt en kwetsbaar. Jules Deelder kon je negeren, maar Jules Deelder was er altijd, onmiskenbaar.
Jules Deelder werd vaak verkeerd begrepen. Altijd maar dat snuiven romantiseren, de wilde jaren, de gekkigheid. Maar Jules Deelder zat thuis in zijn ochtendjas, maakte van ijsstokjes kunstwerken. Dat snuiven was verdoven, daaronder zat een zachtheid waar hij soms zelf onpasselijk van werd.
We hebben het te weinig over hoe zacht hij was, hoe verbindend zijn woorden. Zonder Christelijke stichtelijkheid schreef Jules over liefde. Niet vroom, maar waar. Voor het grotere, het mysterie, voor elkaar.
Ik hield van Jules Deelder, voordat ik het zelf wist.
Ik hield van Jules Deelder, hij heeft dat nooit geweten.
Jules Deelder heeft geklonken. Schel en triomfantelijk, zacht als het kon en hard als het ging. Jules Deelder werd gehoord. Jules Deelder die leeft voort.
Meneer Deelder is dood.
door Stadsdichter Dean Bowen
wat anders had je kunnen zijn
dan een scherpte tegen het gehemelte aangedrukt
als iets Rotterdams
gespeld met de -R geleend van Rouwen
hoor ‘m eindigen: ‘de dood is kut’
en het is waar
een lichaam is geen open einde gegund
meneer Deelder is dood
en met hem valt er iets stil in de stad
niet alle leegte hoeft opnieuw gevuld
laat het met rust
laat het (vooral) met rust
we weten welke rituelen
om hem aan te roepen
weten welke gevels voor de trilling van z’n stem
meneer Deelder is dood
meneer Deelder is dood
en iets van deze stad ging met hem
Vogelvrij
door Jordy Dijkshoorn
Toen m’n vader mij voor het eerst mee vroeg naar Sparta, omdat ‘ie via een zekere Sjaak Verhoeven (een man waarvan niemand het fijne weet maar die toch altijd centjes in z’n zak had), zitplaatsen in de skybox had geregeld, zei ik gelijk “Ja!”
Daardoor zaten wij in het wat luxere gedeelte van het Sparta stadion.
Daar zag ik voor het eerst ‘De man in zwart’. Haar strak naar achter, glimmend van de brylcreem. Vlinder brilletje op, we gaan ervoor. Er wordt vaak geclaimd dat we allemaal uniek zijn, maar als ik naar Jules keek had ik daar letterlijk altijd mijn twijfels bij. Flamboyant kreeg door Jules een hele andere betekenis. Sindsdien volgde ik hem op de voet. Ik weet niet écht wat het precies was. In eerste instantie vond ik hem maar een vreemde knakker. Maar dat klopte ergens ook weer niet, want zijn gedichten spraken boekdelen. Duidelijk een eerlijk, hart op de tong en vaak liet ‘ie je er ook weer over nadenken.
Vogelvrij, dat was ‘ie echt.
Luister het nummer a.u.b.
Jules die het gedicht onder begeleiding van Boris van der Lek voordraagt.
Ik kan er elke keer weer om janken.
Zo bizar mooi. Het leven in z’n stem.
Je hoort dat ‘ie geleefd heeft en hoe!
Ik moet eerlijk zeggen dat ik, toen ik gisteren wakker werd en op m’n Facebook voorbij zag komen dat Jules Deelder overleden was, heel even verbaasd was en vervolgens moest glimlachen. Allemaal in positieve zin. Want ik zie ‘m nog altijd lopen over de Binnenweg met dat brilletje op, starend naar de grond als ie voorbij liep.
75 jaar met een mooie eindklapper in De Doelen.
Jules was iets later op z’n eigen verjaardag. Omdat Sparta speelde natuurlijk. Het was echt een waanzinnige avond. Jules op het podium met z’n eigen Deelder gin, vrienden en collega’s die voor hem mochten voordragen.
Ook al is Jules er niet meer.
Wie schrijft, die blijft.
En als we allemaal zo oud mogen worden als Jules, en kijk hoe de beste Rotterdammer geleefd heeft, zouden we daar allemaal voor moeten tekenen. Of schrijven in Jules z’n geval.
Jules, het ga je goed!
Vriendelijke groet
J.A.D.
Jordy Anton Dijkshoorn
Weg
door Mariana Hirschfeld
Hier liet je haar lichaam spreken
Hier begroef je haar verhaal
Hier vinden we je in de schemers
Waar je adem gaf aan metaal
Waar beton ons heeft getekend
Waar we ons baden in de nacht
Waar ons een thuishaven is gegeven
Waar we niet zinken bij tegenslag
Hier lieten we haar ons herinneren
Waar de wind je naam heeft gedragen
Hier waren we maar kinderen
Hoewel te wijs voor onze jaren
Hier werd je ziel neergeschreven
Werd je op papier herboren
Hier leef je nog in bakstenen
Hier ga je niet verloren
Alleen weg.

Om te reageren moet je ingelogd zijn. Inloggen kan je hier. Als je nog geen account hebt meld je nu aan als supporter of maak hier een gratis reageerdersaccount aan.